Rouw is alles wat je ervaart wanneer je iemand verliest met wie je een betekenisvolle band hebt.
Rouwen is zo ingrijpend dat het een invloed heeft op je hele mens-zijn. Het verlies kan impact hebben op verschillende vlakken:
Als je rouwt kun je overvallen worden door de meest uiteenlopende emoties: paniek, kwaadheid, agressie, protest, verdriet, angst, schuldgevoelens, schaamte, eenzaamheid, opluchting, dankbaarheid…
Er kunnen allerlei lichamelijke klachten optreden: buikpijn, hoofdpijn, hartritmestoornissen, misselijkheid, verminderde eetlust, slaapproblemen, vermoeidheid, zwakte, een krop in de keel, een gevoel van benauwdheid in de borst…
Het kan lijken alsof je hele denken verstoord is: je bent verward, afwezig of vergeetachtig, je hebt moeite om je te concentreren, je voelt je gedesoriënteerd…
Rouwen heeft een grote impact op de relatie met je partner, kinderen, ouders, familieleden en vrienden. Soms groeien mensen dichter naar elkaar toe, maar het kan ook gebeuren dat je (tijdelijk) vervreemdt van de mensen in je omgeving, bijvoorbeeld omdat je het gevoel hebt dat ze je niet begrijpen.
“Ik verlies niet alleen mijn vader, maar ook mijn vrienden, want ze begrijpen niet hoe dit alles me bezighoudt en me veranderd heeft. Ze ontlopen me omdat ik geen plezierige dingen meer weet te vertellen.”
Als je een dierbare verliest, kunnen al je overtuigingen, waarden, ideeën.. op hun kop gezet worden. Je kan als het ware je houvast in het leven kwijtraken. Sommige mensen verliezen hun vertrouwen in hun geloof, in de wereld, in zichzelf…
“Als er een God bestaat, waarom doet hij ons dit aan?”
“Hoe moet het nu verder? Welke zin heeft mijn leven nu ik voor niemand meer moet zorgen?”
Een aantal reacties en emoties komen inderdaad veel voor bij mensen in een rouwproces, maar iedereen rouwt op zijn eigen manier. Bepaalde reacties kunnen dan ook ontbreken zonder dat dit ‘abnormaal’ is. Elk rouwproces is uniek. Manu Keirse vergelijkt een rouwproces treffend met een ‘vingerafdruk van verdriet’: net zoals geen enkele vingerafdruk hetzelfde is, is ook geen enkel rouwproces hetzelfde. Johan Maes vergelijkt rouw met DNA: uniek én veelzijdig.
Soms kan de band met de overledene heel lang, of zelfs voor altijd bewaard blijven. Ook dat wil niet zeggen dat je het verlies niet goed verwerkt. Rouwen betekent niet dat je de band met de overledene moet loslaten: rouwen is eerder op zoek gaan naar hoe je je op een andere manier kan verbonden voelen met de overledene.
“Zelfs nu ik een nieuw leven begonnen ben met een nieuwe vriendin, ga ik nog steeds 2 à 3 maal per week naar haar graf. Iedere keer praat ik met haar. Ik vind het troostend en het geeft mij rust.”
Een rouwproces verloopt zelden volgens een vast, voorspelbaar patroon, maar eerder in pieken en dalen. Je kan tal van (soms tegenstrijdige) gevoelens tegelijkertijd ervaren. Er is geen voorgeschreven tempo of vaste volgorde van reacties. Sommige reacties of gevoelens verdwijnen na verloop van tijd, andere blijven bestaan of keren na maanden of zelfs jaren plots terug.
"Ik dacht dat ik er stilaan bovenop kwam, en de laatste dagen lukte alles weer wat beter. Vandaag echter voel ik me weer net even triest als de eerste dagen na zijn dood. Zal het dan nooit meer beter gaan met me?"
Voortdurend met het verlies bezig zijn betekent niet noodzakelijk dat je het beter verwerkt. Voor sommige mensen werkt het net beter om het verdriet te ‘vermijden’, en dat mag. Je kan niet spreken over een ‘goed’ of een ‘slecht’ rouwproces. Het kan helpen om een evenwicht te vinden tussen het ene moment bezig zijn met het verlies, en het andere moment jezelf afleiden van het verlies.
Rouw kent geen eindpunt. Er komt misschien wel nooit een moment dat je de overledene niet meer mist, en dat is ook niet het doel. Rouw verandert wel doorheen de tijd: veel mensen leren na verloop van tijd leven met het gemis. Het klopt ook niet dat ‘tijd alle wonden heelt’. Het is niet altijd zo dat je in het begin het ergste verdriet ervaart en het nadien steeds minder wordt. Voor sommige mensen is het tweede jaar na het verlies zelfs moeilijker dan het eerste.
Het verschilt sterk van persoon tot persoon hoelang een verwerkingsproces duurt. Sommige mensen kunnen na enkele weken of maanden weer relatief ‘normaal’ functioneren, anderen hebben er jaren voor nodig om weer zin te vinden in het leven.
“In het begin leek het beter te gaan met me dan nu. Iedereen was ook bezorgd en probeerde bij te springen. Het is nu anderhalf jaar geleden en ik voel me er meer dan ooit alleen voor staan. Het lijkt of het verdriet alleen nog maar erger wordt!”
Een rouwproces kost veel energie, je kan je erg moe voelen. Luister daarom goed naar je lichaam en waak over je gezondheid en welzijn. Neem niet te veel hooi op je vork en zorg regelmatig voor rust en ontspanning.
Eet- en slaapproblemen komen heel vaak voor bij mensen die rouwen. Probeer regelmatig te eten, ook als je geen honger hebt, en leef zoveel mogelijk volgens een vast ritme.
Als je het gevoel hebt dat je blijft vastzitten, wees dan niet bang om de stap te zetten naar een professionele hulpverlener. Dat is geen schande of een teken van misluking. Je huisarts kan een eerste aanspreekpunt zijn: hij of zij kent je vaak al het langst en weet welke hulpverlening bestaat in jouw regio. Je huisarts of het netwerk palliatieve zorg in je regio kan je doorverwijzen.
De beste manier om met je verlies om te gaan, is je eigen manier. Probeer voor jezelf te achterhalen wat jij nodig hebt en wat jou helpt, en probeer dat ook te verwoorden naar de mensen om je heen. Weet dat veel mensen het goed bedoelen, maar niet altijd weten hoe ze moeten omgaan met gevoelens als verdriet, boosheid, wanhoop of onmacht. Het is daarom goed om aan te geven wat je wel of niet nodig hebt en troostend vindt.
Het is heel normaal dat je er niet altijd zin in hebt of dat het soms veel van je vraagt, maar probeer contact met je vrienden en familie te onderhouden. Laat vrienden of familie bijvoorbeeld weten dat je het momenteel niet ziet zitten om mee op uitstap te gaan, maar vraag hun om een volgende keer zeker weer te bellen.
Probeer erover te praten met een vriend, familielid of lotgenoot. Als praten moeilijk is voor je, ga dan op zoek naar andere manieren om je gevoelens te uiten: schrijven, tekenen, muziek maken, dansen, …
Het is ook belangrijk om voldoende afleiding te zoeken. Neem bijvoorbeeld een oude hobby weer op, of zoek een nieuwe hobby. Een goed evenwicht vinden tussen praten en afleiding zorgt vaak dat het beter gaat in het rouwproces.
Rouwen vraagt tijd en aandacht. Gun jezelf die tijd, wees geduldig en mild voor jezelf.
Neem zelf het initiatief. Zeg niet vrijblijvend ‘Je mag altijd bellen’ of ‘Als ik iets kan doen, moet je het zeggen.’ Mensen in rouw hebben niet altijd de energie om hulp te vragen, of ze zijn bang om hun omgeving lastig te vallen met hun verdriet. Bel dus zelf om te vragen hoe het gaat, ga op bezoek, start zelf het gesprek.
Mensen in rouw hebben vaak al hun krachten nodig voor het rouwproces. Praktische hulp kan daarom een grote ondersteuning betekenen: koken, boodschappen doen, poetsen, administratie … Dit geeft mensen in rouw ook het gevoel dat ze er minder alleen voor staan.
Opnieuw: wacht niet tot mensen zelf om hulp vragen, maar bied het zelf aan. Zet een portie soep aan de deur, bied aan om de kinderen van school te halen, breng boodschappen langs …
Gun mensen voldoende tijd om te rouwen en word niet ongeduldig als het verdriet lang duurt. Blijf aandacht en zorg hebben voor de rouwende persoon, ook na langere tijd.
Probeer er extra te zijn op moeilijke dagen zoals verjaardagen of feestdagen, ook jaren later.
Hij had toch al een mooie leeftijd.
Ze was erg ziek, het is beter zo.
Gelukkig heb je mooie herinneringen.
Mijn buurvrouw heeft het nog veel erger getroffen: zij verloor niet alleen haar man maar ook haar huis.
Meer info of ondersteuning over rouw
Er bestaan heel wat rouwzorgorganisaties en boeken en websites over rouw.
Hoe ondersteun je kinderen of jongeren in rouw? Op onze website over palliatieve zorg en kinderen vind je veel tips en informatie.