‘Ik ben niet zozeer bang om dood te gaan, maar vooral om pijn te lijden en af te zien.’
Dit is een vaak gehoorde uitspraak bij mensen die ernstig ziek zijn. De angst voor pijn zit diep ingebakken bij elk van ons. Gelukkig is de palliatieve zorg de afgelopen jaren steeds deskundiger geworden in pijnbestrijding, waardoor we pijn in vrijwel alle gevallen effectief kunnen behandelen. Omdat pijn vaak een zware aantasting betekent van je levenskwaliteit, is pijnbestrijding zelfs een kerntaak van palliatieve zorg.
Oorzaken en soorten pijn
Mensen die ernstig of ongeneeslijk zien zijn, lijden vaak pijn.
Pijn kan verschillende oorzaken hebben:
Om de pijn zo effectief mogelijk te bestrijden, zullen zorgverleners de behandeling steeds afstemmen op de soort pijn en de onderliggende oorzaak ervan.
Palliatieve visie op pijn
In de palliatieve zorg bekijken we pijn nooit enkel als iets lichamelijks. Pijn is meer dan fysieke pijn: we spreken van totale pijn. Dit is een begrip van Cicely Saunders (1918-2005), één van de grondleggers van palliatieve zorg.
Naast fysieke oorzaken kunnen tal van factoren de pijnbeleving beïnvloeden:
Voor een effectieve behandeling van pijn is een integrale aanpak belangrijk. Dat betekent dat de behandeling niet enkel gericht is op de lichamelijke pijnklachten maar op alle dimensies van pijn: psychisch, sociaal, spiritueel, cultureel…
Oorzaak van pijn aanpakken
Er zijn verschillende mogelijkheden om pijn te bestrijden. In de eerste plaats zullen zorgverleners proberen de oorzaak van de pijn aan te pakken. Sommige palliatieve kankerpatiënten krijgen bijvoorbeeld nog radiotherapie. Het doel is niet meer om de tumor te genezen, maar wel om de tumor te verkleinen en zo pijn door de druk van deze tumor te verlichten.
Zorgverleners houden hierbij altijd rekening met jouw wensen, je levensverwachting en je algemene gezondheidstoestand.
Pijnstilling
Bij pijnstilling met medicatie maken zorgverleners gebruik van de ‘pijnladder’ van de Wereldgezondheidsorganisatie. Het type medicatie hangt af van de intensiteit van de pijn:
Als een geneesmiddel van een bepaalde trap in voldoende dosering niet genoeg pijnstilling biedt, schakelen zorgverleners over naar een hogere trap. Voor een betere pijncontrole wordt klassieke pijnmedicatie soms aangevuld met andere geneesmiddelen, zoals antidepressiva of cortisonen. Pijnmedicatie wordt steeds op een vast tijdstip toegediend, omdat het voor een effectieve pijncontrole beter is om de pijn voor te zijn.
Er zijn ook manieren om pijn te verzachten zonder medicatie, bijvoorbeeld door kinesitherapie, massage, ontspanningsoefeningen of beweging.
Morfine neemt een centrale plaats in bij pijnbestrijding in de palliatieve fase, maar er bestaan een aantal hardnekkige mythes over morfine. Daardoor wachten mensen soms te lang met pijnbehandeling en lijden ze onnodig pijn.
FOUT
Morfine wordt vaak gebruikt bij terminaal zieke patiënten als het stervensproces al begonnen is. Daarom wordt morfine in verband gebracht met een levensverkortend effect, maar dit is niet juist. Wetenschappelijk onderzoek heeft nooit bewezen dat morfine het stervensproces versnelt. Integendeel, hulpverleners met ervaring in de palliatieve zorg zien soms dat de levenskwaliteit en levensduur eerder toenemen bij een juist gebruik en juiste dosering van morfine.
FOUT
Het is een misverstand dat morfine alleen wordt gebruikt in de terminale fase. Morfine is een heel goede pijnstiller die voorgeschreven wordt bij erge pijn, ongeacht hoe ernstig of hoelang je ziek bent. Morfine wordt bijvoorbeeld ook tijdelijk voorgeschreven na een operatie, of het wordt jarenlang gebruikt bij mensen die chronisch ziek zijn, zoals reumapatiënten.
FOUT
Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen psychische en lichamelijke afhankelijkheid. Onder verslaving verstaan we psychische afhankelijkheid. Psychische afhankelijkheid ontstaat wanneer iemand morfine gebruikt voor de ‘kick’ en het euforiserend effect. Dit treedt niet op bij morfinegebruik bij pijn. Als je morfine gebruikt als pijnstilling, is de kans op verslaving klein.
Er zal wel lichamelijke afhankelijkheid ontstaan, zoals bij bijna ieder geneesmiddel dat je langdurig gebruikt. Dat is op zich niet schadelijk. Als je het morfinegebruik in één keer stopt, kunnen er ontwenningsverschijnselen (misselijkheid, hartkloppingen…) optreden. Daarom is het belangrijk om de morfine geleidelijk af te bouwen, in overleg met je arts.
Naast pijn kun je nog andere klachten en symptomen ervaren in de palliatieve fase. Enkele van de vaakst voorkomende zijn:
Het is een belangrijke taak van de palliatieve zorg om deze klachten te behandelen of te verminderen. De medische wetenschap weet steeds beter hoe deze klachten het best verlicht kunnen worden. Zorgverleners in Vlaanderen kunnen hiervoor de ‘richtlijnen palliatieve zorg’ raadplegen, die wij ontwikkelen op basis van de huidige wetenschappelijke kennis en praktijkervaring van zorgverleners.