“Zou het je verbazen als deze persoon binnen het jaar komt te overlijden?”

Palliative Care Indicator Tool (PICT)

De PICT is een eenvoudig en praktisch meetinstrument waarmee zorgverleners de palliatieve patiënt tijdig kunnen identificeren, ongeacht zijn of haar aandoening.

 

Het instrument deelt patiënten die als palliatief geïdentificeerd zijn in naar zorgnood en niet naar levensverwachting. De PICT is bruikbaar in de dagelijkse zorgpraktijk in ziekenhuizen, woonzorgcentra en in de thuissituatie en kan mits enige oefening in een vijftal minuten toegepast worden.

Waarom?

In de regelgeving en financiering van palliatieve zorg wordt sinds jaar en dag de levensverwachting van de patiënt als criterium gebruikt (tussen 24 uur en drie maanden). In een studie uitgevoerd in 2009 door het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bleek echter dat de levensverwachting op zich niet voldoet als criterium.

In zijn conclusies beval het KCE dan ook aan om het aanbod van palliatieve zorg uit te breiden tot patiënten die zich niet in een terminale fase bevinden. Daarnaast werd voorgesteld om niet te focussen op de levensverwachting, maar op de ernst van de zorgnoden van de patiënt. Zo kunnen financiële voorzieningen en zorg toegekend worden in verhouding tot de intensiteit en complexiteit van de zorgnoden. Op dat moment was er echter geen tool voorhanden om de patiënten te identificeren die baat zouden hebben bij een palliatieve benadering.

Hoe kwam de PICT tot stand?

In een grootschalige studie werd de PICT toegepast bij 12.682 personen, waarvan…

Daarnaast werd aanvullend onderzoek gedaan bij 549 patiënten die verzorgd werden in gespecialiseerde diensten voor palliatieve zorg (palliatieve zorgeenheden en multidisciplinaire begeleidingsequipes).

Dit onderzoek leverde opmerkelijke cijfers op:

Bij 33% van de palliatieve patiënten kende de PICT een volledig statuut toe, 64% een verhoogd statuut en 3% een eenvoudig statuut.  Meer gedetailleerde cijfers per setting, per aandoening, etc. vindt u in de studie zelf (klik hier).

Deze studie is de eerste die aan de hand van eenzelfde meetinstrument een beeld geeft van het aantal palliatieve patiënten en de ernst van hun zorgnoden in verschillende zorgomgevingen en voor een volledig land.

Hoe werkt de PICT?

In het eerste luik van de PICT wordt geantwoord op de vraag: heeft deze patiënt nood aan palliatieve zorg? Dit gebeurt met de ‘surprise question’ als ingangspoort en verder op basis van kwetsbaarheidsindicatoren en criteria van een potentieel lethale aandoening.

 

In een tweede luik wordt de ernst van de zorgnoden Op basis daarvan wordt een palliatief statuut toegekend. Er zijn drie palliatieve statuten naargelang de toenemende zorg:

Wat is de meerwaarde van PICT?

Verdere stappen

Het is wachten op de vertaling van bovengenoemde studie en tool in concrete beleidsvoorstellen en instrumenten, die door de respectieve overheden van ons land gekoppeld zullen worden aan maatregelen, tegemoetkomingen en toegang tot palliatieve voorzieningen.

 

Een eerste stap werd daarvoor reeds gezet: in het najaar van 2018 werden criteria gepubliceerd in het staatblad om een palliatieve patiënt in een vroeger stadium te identificeren, op basis van zijn kwetsbaarheid. Door deze bekrachtiging van de eerste PICT-schaal werd eindelijk afgestapt van de wettelijk vastgelegde levensverwachting van maximaal drie maanden, die nu nog de voorwaarde is om in aanmerking te komen voor toegang tot palliatieve zorg en tegemoetkomingen.

Op dit moment is de PICT enkel gepubliceerd in het staatsblad, maar nog niet opgenomen in de regelgeving. Recent werd wel een nieuw nomenclatuurnummer goedgekeurd voor gesprekken vroegtijdige zorgplanning met palliatieve patiënten, waarbij identificatie gebeurt op basis van de PICT. 

 

Staatsblad

Sinds 3 oktober 2022 is het nieuw nomenclatuurnummer gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Met dit nieuw nomenclatuurnummer ondersteunt de NCAZ, binnen het conventie-akkoord 2021 het proces van vroegtijdige zorgplanning.

Verstrekking 103692 treedt op 1 november 2022 in werking.

 

Vergoedingen

Voorwaarden voor vergoeding (Bron: Domus Medica)

  • De Federale Evaluatiecel Palliatieve Zorg stelt dat het opstellen en opvolgen van het vroegtijdige zorgplannings minimaal omvat;
    • Overleg met de patiënt over de zorgdoelstellingen.
    • Overleg over wat de patiënt niet meer wenst. 
    • Overleg over wat de patiënt wel nog wenst. 
    • Overleg over de eventuele aanwijzing van een wettelijke vertegenwoordiger of een volmachthebber (voor het geval dat de patiënt niet meer in staat zou zijn om voor zichzelf te beslissen).
  • De inhoud van het VZP dossier is dynamisch. De persoon met een zorg en ondersteuningsnood kan gedurende de palliatieve fase zijn of haar wensen en wilsverklaringen wijzigen. Ook moet de inhoud van het dossier beschikbaar zijn in kritieke situaties, zoals op een wachtdienst, een spoedgevallendienst of bij een onverwachte ziekenhuisopname. Het bewijs van de positieve Palliative Care Indicator Tool (PICT) wordt daarom in het medisch dossier bewaard.
  • Overige randvoorwaarden voor het aanrekenen van het nomenclatuur zijn dat het nomenclatuurnummer:
    • eveneens de gesprekken met alle betrokken zorgverleners omvat.
    • slechts één keer aangerekend wordt in het leven van de patiënt die als palliatief wordt geïdentificeerd met behulp van de PICT
    • WEL gecumuleerd mag worden met een raadpleging of een bezoek.

Aan de slag?

Identificatieschaal van een palliatieve patiënt     

Figuur: Identificatieschaal van een palliatieve patiënt     

Met dank aan

We bedanken graag iedereen die heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van dit instrument. In het bijzonder projectleider dr. Marianne Desmedt (UCL) en voor het Vlaamse luik van de studie de vele artsen en verpleegkundigen die samen met de heer Luc Otte, onze onderzoeksmedewerker op dit project, de vragenlijsten ingevuld hebben. 

Schaal met betrekking tot de ernst van de zorgnoden

Figuur: Schaal met betrekking tot de ernst van de zorgnoden