Apotheker

Een apotheker staat niet alleen in voor de bereiding en aflevering van geneesmiddelen. Hij of zij vervult ook volgende rollen:

De apotheker geeft de patiënt en zijn naasten de nodige informatie over de medicatie (indicatie, gebruik, tips om bijwerkingen te voorkomen of verminderen, belang van therapietrouw…). Hij of zij beantwoordt vragen en biedt hulp bij problemen.

 

De apotheek biedt ook ondersteuning bij overstap van het ziekenhuis naar de thuissituatie, door de nodige medicatie en hulpmiddelen te voorzien en samen te werken met andere zorgverleners van de patiënt.

De apotheker stelt een medicatieschema op en houdt het up-to-date. Dit is een overzicht van alle geneesmiddelen die de patiënt gebruikt, met praktische informatie over de inname. Dit is niet alleen handig voor de patiënt, ook voor de naasten en betrokken zorgverleners om zicht te hebben op het actueel geneesmiddelengebruik van een patiënt.

De apotheker heeft een overzicht van de verschillende geneesmiddelen en supplementen die een patiënt neemt en evalueert of deze combinatie veilig is voor de patiënt. De apotheker houdt hierbij ook rekening met de onderliggende aandoeningen van de patiënt en overlegt zo nodig met de arts.

De apotheker kan bijvoorbeeld hulp bieden bij de zoektocht naar een andere toedieningsvorm als orale inname niet meer mogelijk is, of een alternatief medicijn zoeken bij stockbreuk.

De apotheker kan na overleg met de patiënt en/of zijn naasten contact opnemen met de voorschrijver wanneer er onduidelijkheden zijn over de behandeling.

Omgekeerd kunnen artsen en verpleegkundigen ook terecht bij de apotheker met vragen over dosering, beschikbaarheid, pletbaarheid… van medicatie.

De apotheker heeft vaak een laagdrempelig en frequent contact met palliatieve patiënten en hun naasten. Hij of zij kan een vertrouwenspersoon zijn en een luisterend oor bieden.

De apotheker kan ook gericht doorverwijzen naar gespecialiseerde diensten palliatieve zorg (MBE) in de thuiszorg.