Wat helpt?

Wat helpt voor hulpverleners?

Je kunt zowel ouders als kinderen ondersteunen in deze moeilijke tijd.

Ouders vragen zich vaak af of ze er goed aan doen kinderen bij verdriet te betrekken. Ze hebben bevestiging nodig dat dit inderdaad zo is en je kunt met hen op zoek gaan naar de beste manier om dit te doen. Maar hiervoor bestaat geen vast stramien. Omdat elk kind en elke situatie anders is, zijn ook de noden verschillend.

 

Ouders en verwanten hebben altijd de eindverantwoordelijkheid voor het kind. Een zorgverstrekker neemt geen taken over. Je kunt ouders ondersteunen met informatie en tips, maar je blijft zelf op de achtergrond:

Als hulpverlener probeer je rust uit te stralen. Neem voldoende tijd voor een gesprek met de zieke, de familie of het kind. Jouw rust is vaak een hele steun voor alle betrokkenen. Als je bij jezelf angst en onrust merkt, kan je best ondersteuning vragen.

Geef ouders het advies goed op het gedrag van kinderen te letten. Verandert een kind plots van gedrag? Vertoont het kind regressie of opstandigheid? Als een kind plots opnieuw bedwatert, als een kind altijd boos reageert … dan wil dit iets zeggen. Deze gedragsveranderingen geven vaak aan dat een kind het moeilijk heeft met een situatie. Anderzijds kan het zijn dat er geen veranderingen in het gedrag van kinderen op te merken zijn. Ook dit wil iets zeggen. Ouders merken deze signalen niet altijd. Duiding door een hulpverlener is dan aangewezen. Als de problemen blijven, dan kan met de ouders een doorverwijzing naar gespecialiseerde hulp worden besproken.

 

Ouders hebben in moeilijke tijden nood aan correcte en concrete informatie. Als zorgverstrekker kan  je informatie geven over de beleving van kinderen, over de betekenis van leeftijd en ontwikkelingsniveau. Op deze website vind je hierover informatie.

 

Het is belangrijk dat je je als zorgverstrekker ondersteund voelt. Dit kan door informatie en vorming, maar ook door regelmatig overleg met andere zorgverstrekkers.

Wat helpt voor ouders?

Als kinderen het zelf wensen, betrek ze dan bij het palliatief proces.

Verdriet hoort – net als vreugde – bij het leven. Je kunt kinderen het  leed van een naderend afscheid niet besparen. Door het leed samen te dragen, maak je het voor iedereen lichter. Je dringt niets op, maar je blijft wel over gevoelens praten. Stop niet onmiddellijk na één poging. Wat vandaag niet lukt, lukt misschien morgen.

 

Een kind houdt van informatie in heldere beelden. Het is nodig vooraf duidelijk te vertellen wat het allemaal zal zien. Bijvoorbeeld hoe de zieke er uitziet. Tekeningen en prentenboeken zeggen soms meer dan woorden. “Een bed bij het raam” is een prentenboek voor kinderen over palliatieve zorg.

 

Een kind stelt vragen. Antwoord open en eerlijk op die vragen, rekening houdend met het ontwikkelingsniveau. Als je het antwoord niet weet, durf dit dan zeggen en vraag hoe het kind er zelf over denkt. Zo weet je meteen welke gedachten of fantasieën er leven… Dat biedt de mogelijkheid om verkeerd begrepen zaken recht te zetten. Zeg duidelijk dat het kind altijd bij jou terecht kan met zijn vragen, ook al komen er op dat ogenblik geen vragen.

Als je spreekt over verdriet, over wat er allemaal gebeurt, dan gebruik je best de woorden en begrippen die het kind zelf hanteert. Je stemt je gesprek af op het ontwikkelingsniveau en het tempo van het kind. Je hoeft niet alles in één gesprek te vertellen, kinderen geven vaak zelf aan wanneer het genoeg is geweest.

 

Gouden regel: geef duidelijk antwoord op hun vragen, maar ook niet meer dan dat. Anders bestaat het risico dat je dingen gaat vertellen die ze (nog) niet aankunnen op dat moment.

 

Verbloem de zaken niet. Vermijd uitdrukkingen zoals: “Mama zal binnenkort voor altijd inslapen”, of “Opa gaat binnenkort op een verre reis.”. Een kind kan deze uitspraken letterlijk nemen. Hierdoor raakt een kind in de war of wordt het angstig.

 

Betrek het kind bij de zorg. Kinderen willen vaak iets doen. Misschien wil het kind meehelpen in de verzorging. Je  kan hun creativiteit stimuleren. Laat het kind iets knutselen of tekenen voor de zieke. Dit kan een uitlaatklep zijn voor zijn gevoelens en emoties. Bovendien voelt het zich meer gewaardeerd en betrokken bij de zieke.

Wat helpt voor de school?

Kinderen ervaren de school vaak als een veilige plek.

Kinderen hebben vaste structuren nodig in hun leven, zeker als een ouder of dierbare ernstig ziek is. De school biedt die structuur door de dagelijkse routine én ze biedt een wereld aan waar het kind zichzelf kan zijn. De school kan een belangrijke steun zijn voor een kind dat betrokken is in een palliatieve zorgsituatie.

 

Een kind wil vaak gewoon blijven doen op school, ook al is het leven zo intens veranderd als een ouder ernstig ziek is. Dit betekent niet dat de thuissituatie verzwegen moet worden. Het is goed dat een vertrouwenspersoon op school de boodschap aan het kind geeft dat men op school weet dat het thuis niet zo goed gaat. Bij alles wat er aangeboden wordt op school wordt er rekening gehouden met het ritme en het unieke van elk kind. Het gaat erom alle ruimte te bieden om emoties te uiten, wetende dat sommige kinderen in die veilige omgeving geen emoties willen laten zien.

 

Als er in de nabije omgeving iemand is die palliatief is, dan heeft dit vaak invloed op de leerprestaties van kinderen. Sommige kinderen zijn er niet met hun aandacht bij en presteren ondermaats. Andere kinderen gaan juist omwille van de situatie erg hun best doen om goed te presteren.

Er worden duidelijke afspraken gemaakt tussen het schoolteam en de ouders welke informatie er wordt uitgewisseld en welke niet. Er wordt samen met de ouders en het kind bekeken op welke manier er iets over de thuissituatie kan gezegd worden. Wat is voor een kind ondersteunend? Wat brengt  het veiligheidsgevoel van het kind in gedrang? Voor sommige kinderen is het goed als de volledige klas wordt ingelicht, andere kinderen willen buiten de lesuren bij iemand terecht kunnen, andere kinderen willen dat er helemaal niets gedaan wordt.

 

Het kind weet zelf meestal zeer goed wat het wil. Het is aangewezen om heel direct de vraag aan het kind zelf te stellen: “wat heb jij nodig hier op school?”.

 

Realiseer je als leerkracht dat er wellicht meer leerlingen zijn die een soortgelijke situatie meegemaakt hebben (of een verlieservaring). Hiervoor aandacht hebben kan ook deze kinderen helpen.

Wat helpt voor het kind?

Wat kan een kind helpen tijdens deze moeilijke periode?

Betrokken worden bij een palliatief proces kan vaak positief zijn voor een kind als je rekening houdt met het unieke van elk kind. Je laat het kind altijd de keuze en als het – ondanks een duidelijke uitleg wat er aan de hand is – liever niet betrokken worden, dan respecteert een zorgverstrekker deze keuze.

 

Kinderen blijven nood hebben aan duidelijkheid en structuur zeker op momenten dat een gezin stuurloos is omwille van iemand die palliatief is. Samen met de ouders wordt gezocht of het mogelijk is enige vaste structuur in het leven van een kind te behouden. De school kan hierbij een belangrijke rol spelen.

 

Kinderen willen graag doen. Je laat hen de keuze of ze nog iets concreet willen doen met de palliatieve persoon zelf of dat ze liever iets doen met een andere vertrouwenspersoon. Meehelpen bij de verzorging kan een steun zijn voor het kind, maar tijdens moeilijke momenten samen met iemand knutselen kan dat evenzeer.

Kinderen observeren meestal zeer goed hoe andere mensen met de situatie omgaan. Zowel zorgverstrekkers als ouders hebben een voorbeeldfunctie. Als een moeder nog tijd maakt voor zichzelf ondanks de zorg die ze opneemt, kan dit als voorbeeld dienen voor een kind. Als de omgeving zeer angstig reageert, dan nemen kinderen dit vaak over.

 

Het helpt als kinderen merken dat ze hun gevoelens mogen uiten. Het is soms zoeken naar de expressiemiddelen die bij het kind passen. Hun spel, tekeningen en hun keuze van muziek… zeggen vaak meer dan woorden.

 

Het helpt als kinderen merken dat ze ergens terecht kunnen, met al hun vragen, al hun gedachten, alles wat hen raakt.

 

Op deze website staan nog verschillende bruikbare tips hoe kinderen te ondersteunen.