Vragen of meer info over het congres?
Ronny D’Hulster werkt sinds 2002 als zelfstandig psychotherapeut, counselor en supervisor, privé en in medische en palliatieve zorg.
Hij is al 37 jaar actief als zorgverlener en was o.a. werkzaam in de psychiatrische sector voor jonge mensen met psychoses, was directeur van The Foundation (het buddysteen voor mensen met aids) en was voorzitter van ‘Without Walls’, een organisatie die zich maatschappelijk inzet voor herstelrecht tussen slachtoffers en daders.
Sterven is niet enkel een individuele, maar ook een systemische, familiale en relationele gebeurtenis. Besteden wij in de palliatieve zorg genoeg aandacht aan de ‘naastbestaanden’ die straks ‘nabestaanden’ zullen zijn?
Partner, ouders, kinderen worden vaak als ‘mantelzorgers’ gezien. Hierdoor vallen ze in de categorie ‘doeners.’ Wat gebeurt er echter doorheen het palliatieve proces met hun eerste en oorspronkelijke rol in het familiesysteem? Hebben we daar als hulpverleners genoeg aandacht voor? Weten familieleden trouwens waarvoor ze aandacht mogen vragen en bij wie ze daarvoor terecht kunnen?
Wat met ‘familie-afhoudend’ gedrag in ziekenhuizen en zorginstellingen? Wat met ‘achterstand van informatie’ waardoor een familie achterdochtig wordt of boos en waardoor hen mogelijk kostbare tijd wordt ontnomen om afscheid te nemen.
Hoe dragen we zorg voor harmonieuze, zorgzame families? Hebben we oog voor symbiotische relaties? Hoe deinen we mee (of niet mee) met familiale en/of relationele geheimen en hoe springen we om met explosieve familiesystemen waarbij we getuige zijn van crisis en hevige conflicten aan het sterfbed?
En… wat na het sterven?
Prof. Nele Van Den Noortgate, is geriater en palliatief arts. Zij is hoofd van het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt en de palliatieve zorg van het Universitair Ziekenhuis Gent. Zij is deeltijds hoogleraar Gerontologie en Geriatrie aan de Universiteit Gent.
De focus van haar onderzoek ligt op innovatieve zorgmodellen, patiënt- en familie-georiënteerde zorg, palliatieve zorg en levensmoeheid bij ouderen.
Ongeveer 50% van de Westerse bevolking sterft op leeftijd van 80 jaar en ouder. Oudere personen sterven minder aan één gevorderde chronische aandoening maar vaker aan een combinatie van chronische ziekten zoals hartziekte, cerebrovasculaire aandoeningen, aandoeningen van de luchtwegen , kanker , neurodegeneratieve ziekten of gewoon door toenemende kwetsbaarheid.
Door de complexiteit van chronische aandoeningen bij de oudere en de vaak langer bestaande atypische symptomatologie en uitgebreide medische behandelingen, wordt het erkennen van de laatste levensfase vaak moeilijk. Bepaalde tools kunnen helpen om de laatste levensfase te erkennen en de noden en behoeften bij het levenseinde bespreekbaar te maken (ACP). Symptoomcontrole begint met een beoordeling van symptomen aan de hand van hulpmiddelen, welke zijn aangepast aan de cognitieve en communicatieve mogelijkheden van de persoon. Richtlijnen ontwikkeld door panels van deskundigen kunnen behulpzaam zijn bij het optimaliseren van de zorg bij het levenseinde. Het begeleiden van de oudere in de palliatieve fase is een taak voor elke zorgverlener en vereist naast een uitstekende kennis van de geriatrische en palliatieve zorg, ook een dosis empathie en goede communicatieve vaardigheden.
Karel Hermans is maatschappelijk werken en bouwde expertise op in de eerstelijnszorg. Hij was 20 jaar actief in het OCMW van Knokke-Heist waar hij zowel veldwerk, projectwerk en beleidswerk kon combineren, waaronder ook projecten in het kader van mantelzorg. Hij kan terugvallen op een groot netwerk. Sinds september 2019 is hij actief bij het Vlaams Instituut Voor de Eerste Lijn vzw (VIVEL), de netwerk en expertise-organisatie van en voor de eerste lijn in Vlaanderen en Brussel, waar hij ook de coördinatie van het Vlaams Mantelzorgplan 2022-2024 opneemt.
Geen palliatieve zorg zonder mantelzorgers. Met een Vlaams Mantelzorgplan wordt ook op beleidsniveau de mantelzorger ondersteund. Via een aantal projecten worden acties ondernomen voor en met mantelzorgers en met organisaties uit diverse sectoren. Sectoren binnen zorg en welzijn, maar evengoed onderwijs, jeugd en werk. Mantelzorg komt immers in alle lagen van de bevolking.
Jurn Verschraegen is opgeleid als sociaal verpleegkundige. Hij werkte in de thuiszorg, residentiële zorg en het ziekenhuis. Sedert 2000 is hij actief voor de expertisecentra dementie. Hij is directeur van het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen sedert 2013. Verder is hij benoemd expert bij de Hoge Gezondheidsraad en gastdocent bij enkele hogescholen
Als dementie in het leven van mensen sluipt, wordt je als mantelzorgers geconfronteerd met de nodige vragen, onzekerheden en obstakels. Vandaag is er geen medicijn om dementie tegen te houden. Hoe houden mantelzorgers die zorg vol en welke interventies kunnen ervoor zorgen dat de beklimming van de berg Alzheimer voor niemand té steil wordt.
Dr. Bart De Moor studeerde geneeskunde aan de universiteit van Gent en specialiseerde er verder tot nefroloog.
Sedert 1994 is Bart De Moor als nefroloog verbonden aan het niercentrum Hasselt.
Hij trad toe tot het Ethisch Comité in 1997 en werd voorzitter van deze vergadering in 2008.
Naast zijn ziekenhuisactiviteiten, is hij sedert 1996 gastdocent aan de Provinciale Hogeschool Limburg., in 2009 werd hij gastdocent aan de Universiteit Hasselt en vanaf 2017 werd hij docent nierfysiologie.
VOLGT LATER
Moderator
Dr. Bart De Moor studeerde geneeskunde aan de universiteit van Gent en specialiseerde er verder tot nefroloog.
Evi Eerdekens is bachelor in de psychologie en verpleegkundige.
Ze werkt in het WZC Sint-Jozef en het WZC Teutenhof van de Integrogroep in Limburg.
Sinds 2010 is ze referentiepersoon palliatieve zorgen. Sinds 2014 is ze woonzorgcoördinator in het WZC.
Ellen Van der Gucht is verpleegkundige sinds 2006. Ze was referentieverpleegkundige palliatieve zorg in het ziekenhuis. Vervolgens werkte ze vijftien jaar als thuisverpleegkundige en ontwikkelde daar verder haar kennis en interesse in palliatieve zorg. Sinds mei 2021 is ze coördinator van het palliatief support team van het Jessa ziekenhuis in Hasselt.
Katleen Van Eemelen is huisarts en bleef na haar opleiding nog een tijdje verbonden aan de palliatieve zorgafdeling van het ziekenhuis Heilig Hart te Leuven. Sinds 2014 is ze zaalarts geriatrie en palliatieve zorg in hetzelfde ziekenhuis. Sinds december 2021 is ze equipe-arts van Panal, het palliatief netwerk van de regio Leuven.
Mirjam Willemsen werd in 1974 geboren in Nijmegen en startte in 1995 met de studie biomedische wetenschappen en in 1998 met de studie geneeskunde in Leiden.
Na de huisartsopleiding te hebben voltooid in 2006 verhuisde ze naar Maastricht en raakte ze steeds meer geïnteresseerd in palliatieve zorg en begeleiding in de laatste levensfase.
In 2014 werd bij haar de diagnose longkanker gesteld en toen in 2019 deze ongeneeslijk bleek te zijn werd het verbeteren van de palliatieve zorg haar missie en passie en heeft ze zich er steeds meer in verdiept. Ze houdt zich vooral bezig met het gesprek hierover en met proactieve zorgplanning, waarbij de nadruk ligt op kijken naar het leven en wat er allemaal mogelijk is in deze fase.
Wat gebeurt er als je de diagnose kanker krijgt? Als huisarts
die veel te maken heeft met patiënten met kanker sta je ineens
aan de andere kant van de lijn. Je krijgt zelf de diagnose longkanker.
Je bent huisarts en patiënt en ziet ineens andere dingen die belangrijk zijn.
Wat opvalt is de communicatie in het ziekenhuis en in je omgeving.
Opmerkingen die ik waarschijnlijk zelf en met mij vele van mijn
collega’s regelmatig maak waarvan we niet door hebben hoe dit
binnenkomt bij patiënten. Onze opmerkingen en uitleg zijn zo goed
bedoeld, er is zo goed over nagedacht, we hebben zovele vele cursussen in communicatie gevolgd. Wat kunnen uitleg en een goed gesprek
betekenen voor een patiënt in positieve en negatieve zin? En wat zijn de redenen waarom het belangrijk is een gesprek te voeren
over proactieve zorgplanning en waarom gebeurt het niet genoeg?
Hoe kunnen we proactieve zorgplanning op de kaart zetten, angsten wegnemen om dit
bespreekbaar te maken en het gewoon doen. De patiënt staat centraal in dit proces maar wat vraag je dan precies?
Hoe zorg je dat palliatieve zorg toegankelijk is voor iedereen. 22% ontvangt in zijn hele ziektetraject geen palliatieve zorg en de meerderheid te laat in het ziektetraject.
Wat kan goede palliatieve zorg betekenen voor een patiënt, zijn naasten maar ook voor de zorgverlener?
Wat is nu het eigenlijke belang hiervan?