Kinderboek ‘Een bed bij het raam’

Stan is ook al eens ziek geweest. Zijn keel deed pijn. Hij mocht met een dekentje op de bank en mama bracht hem aardbeienyoghurt en chocolade-ijs. De dokter kwam en gaf hem een drankje dat naar kersen smaakte. Daar werd Stan beter van. Dat was een beetje jammer, want toen moest hij weer naar school. Iedereen wordt vroeg of laat beter, maar bij mama duurt het lang.

 

De moeder van Stan is ongeneeslijk ziek en brengt haar laatste dagen thuis door. Stan begrijpt er in eerste instantie niets van. Als papa hem het vertelt, is hij afwisselend boos op z’n moeder en dan weer heel verdrietig. Verhaal over Stan, die moet accepteren dat zijn moeder dood gaat. ‘Een bed bij het raam’ werd in opdracht van de Federatie geschreven door kinderauteur Sylvia Vanden Heede en geïllustreerd door Jan De Kinder. Een leesboek voor 8+ of een voorleesboek voor jongere kinderen.

 

Bestellen

Bestel het boek bij het netwerk palliatieve zorg uit jouw regio.

 

Bekijk de tips

In het boek staan tips voor ouders en tips voor hulpverleners. Je kan de tips hieronder nalezen:

Tips voor ouders

Verdriet hoort bij het leven – net als vreugde. Het is dus goed om ook verdrietige momenten met een kind te delen. Leed besparen kun je niet. Maar door het samen te dragen, maak je het voor iedereen lichter. Dring een gesprek niet op, maar blijf wel over deze gevoelens praten. Stop niet onmiddellijk na één poging. Wat je vandaag niet lukt, lukt misschien morgen.

Een kind houdt van informatie in heldere beelden. Het beleeft een ziekenhuis vaak als een vreemde, wondere wereld. Vooraf duidelijk vertellen hoe die er uitziet helpt vaak. Waar al de slangetjes toe dienen. Hoe anders de zieke er uitziet. Kom je even niet uit je woorden? Teken het dan.

Een kind vraagt honderduit. Antwoord zo open mogelijk op zijn vragen en altijd eerlijk. Ken je zelf het antwoord niet? Vraag dan hoe het kind er zelf over denkt. Zo weet je meteen hoe die dingen in zijn fantasiewereld leven. Hierop kun je inspelen. Dan kun je verkeerd begrepen zaken rechtzetten. Geef aan dat het voor zijn vragen op elk ogenblik bij jou terecht kan.

Spreek je met je kind of jongere over verdriet? Gebruik dan zoveel mogelijk zijn woorden en begrippen. Stem je gesprek af op zijn ontwikkelingsniveau en tempo. Houd ook rekening met de draagkracht. Kinderen geven vaak zelf aan wanneer het genoeg is geweest.

Uitdrukkingen als: “Mama slaapt nu voor altijd.”, of “Opa is op een verre reis.” gebruik je best niet. Troost het kind ook niet met: “God heeft je broertje bij zich genomen omdat hij zo lief was.” Een kind kan deze uitspraken letterlijk begrijpen. Hierdoor raakt het in de war. Het vraagt zich af wanneer opa dan wel terugkomt. Of het wordt bang om zelf te gaan slapen. En als God ‘lieve’ kinderen bij zich roept, wil het juist héél stout zijn om ook niet geroepen te worden.

Houd het kind niet afzijdig van het afscheid. Stimuleer zijn creativiteit. Laat het iets knutselen of tekenen voor de zieke. Zo krijgt het een uitlaatklep voor zijn gevoelens en emoties. Bovendien voelt het zich meer gewaardeerd en betrokken bij de zieke.

Tips voor hulpverleners

Ouders vragen zich soms af, of ze er goed aan doen kinderen bij verdriet te betrekken. Stel hen gerust. Ga met hen op zoek naar de beste manier om dat te doen. Elk kind en elke situatie is anders. Dus zijn ook de noden verschillend.

Hoed je voor de gevaarlijke valkuil om taken over te nemen. Ouders en verwanten hebben altijd de eindverantwoordelijkheid voor het kind. Neem deze taak dus niet over. Steun ouders met informatie en tips, maar blijf zelf op de achtergrond. Doe bij voorkeur een voorstel of suggestie. Zeg hun dat je bij het gesprek met het kind aanwezig wilt zijn, als zij zich hierdoor gesteund voelen.

Probeer om zelf zo veel mogelijk rust uit te stralen. Neem voldoende tijd voor een gesprek met de zieke, de familie of het kind. Voel je je onrustig? Zoek dan steun bij een collega of vraag hem om even jouw taak over te nemen.

Let goed op het signaalgedrag van kinderen. Verandert een kind plots van gedrag? Vertoont het regressie of opstandigheid? Deze gedragsveranderingen geven vaak aan dat een kind het moeilijk heeft met een situatie. Ouders merken deze signalen niet altijd. Duiding door een hulpverlener is dan aangewezen. Blijven de problemen aanhouden? Bespreek dan met de ouders een doorverwijzing naar gespecialiseerde hulp. Je kunt bij je Netwerk Palliatieve Zorg terecht voor de adressen.

Ouders hebben in moeilijke tijden veel aan correcte en concrete informatie. Vertel hen over hoe kinderen zelf dergelijke verliessituatie beleven. Over de betekenis van leeftijd en ontwikkelingsniveau. Put uit je eigen ervaring of uit literatuur en vorming.

Om goed te kunnen informeren, verzorg je ook je eigen vorming. Het netwerk in jouw regio organiseert regelmatig infosessies voor hulpverleners. Je krijgt er praktische tips en beeldmateriaal bij de palliatieve problematiek.

Maak onze website bekend

Blijf op de hoogte!
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang de laatste nieuwtjes!